Vonk en de oudgedienden zijn onlosmakelijk verbonden

Vonk en Co 15-04-24

Het is vrijdagmiddag. Tien pensionado’s, Eef, Henny, Stephan en Mandy komen samen bij het Wapen van Lienden. De jongste in het gezelschap is Jaxson, het drie jaar oude knulletje rent vrolijk rondjes om de stamtafel. Bij één van de foto’s vraag hij: “Wie is da?” De lach schiet in de groep, Mandy zegt: “Dat is ome Stephan natuurlijk!” De middag vult zich met gesprekken over oude dynamo’s, vaste klanten zoals Miele en Zanussi en natuurlijk de wilde verhalen van de mannen onderweg.

Wij luisteren mee. Eef Vonk vertelt over de opening van het nieuwe pand in Lienden en Henny vult hem moeiteloos aan: “Ik weet het nog goed, Mandy was drie jaar. De meubels zijn nog altijd in gebruik. Wel even opnieuw bekleed, maar ze zitten nog steeds goed. Want wat goed is bij Vonk, dat houden we.” Ook vertelt ze over een telegram van de Luchtmacht die Eef vroeger ontving. “Eef zou eigenlijk bij de luchtmacht gaan, maar kreeg op vrijdagmiddag een telegram met vrijstelling dankzij de burgemeester dat hij zich op maandag niet hoefde te melden voor zijn dienstplicht Gelukkig maar, zegt ze. Anders zaten we hier nu misschien wel niet.”


De pensionado’s nemen het gesprek al snel helemaal over en vertellen honderduit over de wagens en de klanten. Ze waren zo blij als een kind toen ze eindelijk een DAF konden gaan rijden. “Eindelijk een echt goede auto!”

BERT
Bert “Goed eten, daar zorgden ze ook altijd voor. Ik kreeg vaak een schaal gehaktballen mee van Vonk voor onderweg. En als je laat terug was kon je ook altijd mee-eten bij Vonk. Een koud biertje en een warme maaltijd.”


Gert: “Het was 1966. Ik begon op een zondag en mocht mee naar Van Vliet. Kom ik daar aan, zie ik pakken met los geld. En ik dacht nog: nee als ik nu maar niet de administratie hoef te doen. Want als ik ergens een hekel aan had, dan was het wel de administratie. Laat mij maar rijden. Toen ik solliciteerde kon ik meteen beginnen, ik schrok d’r zelf van. M’n dochter wist nog eerder dan ikzelf dat ik de aanstelling had gekregen. “Papa, ga jij bij Vonk werken? De tamtam was sneller dan mijn eigen benen.”

BORRELS EN STERKE VERHALEN
De middag vordert. De fluitjes en glazen cola staan op tafel. In elk glas zit een neut jenever, want gewone cola op vrijdagmiddag dat hoort natuurlijk niet. De schaal met bitterballen gaat rond, het dialect neemt toe en het volume gaat omhoog. En als de verhalen over luxe wagens te wild worden, roept Bert: Niet overdrijven Gert! De heren hebben het hoogste woord. Stephan, Eef, Henny en Mandy leunen achterover en genieten.

Gert: We waren een keer gestrand in Duitsland. Dus ik dacht, nou hier ga ik slapen in m’n cabine. Maar nee hoor; een taxi kwam aanrijden en haalde ons op om nog ff de kroeg in te gaan. Ik zat met grote ogen te kijken, wat ik daar allemaal zag… De oude Eef had altijd wel iets geks bedacht voor ons. En d’n ouwe Wim, daar kon je ongelofelijk mee lachen. Wat hebben we een pret gehad met elkaar, ik moet er nu nog vaak om grinniken.

ZANUSSI EN MENEER
Op het tafelkleed van Meneer Hummel, ofwel Ome Jo, lag zomaar 100.000 gulden in een plastic zak op tafel. Je moest als chauffeur altijd het geld natellen, want het moest wel tot de laatste cent kloppen. De Gulden tijd, of moeten we zeggen De Gouden tijd? En als het even minder ging met de zaken leverde iedereen met gemak de overuren in als Vonk krap bij kas zat.


Frans: En wie heeft Dirk Zwijnenburg nog gekend? De handen gaan de lucht in. Dat was echt een eigenwijze donder. Vloeken als een dolle en in Engeland alleen maar rechts blijven rijden. En dan 3.000 dozen koekjes geladen met ik weet niet hoeveel adressen. Dan reed je zomaar een paar dagen langer, maar dat deed je gewoon.

TIJD BESTOND NIET
De tijd telde vroeger niet, er was altijd tijd voor een geintje. En als je op tijd weg wilde zeiden ze: “Als je nu al gaat hoef je morgen niet meer terug te komen.” Flauwekul natuurlijk, maar voor een babbeltje maakte je altijd tijd. Ook deze middag kijkt niemand op de klok. De één rustig, luisterend op de achtergrond en de ander het hoogste woord. De stapels met archieffoto’s worden nauwkeurig bekeken en er wordt gelezen in de oude “Onze vracht’. Ondertussen speelt Jaxson de hele middag met een vrachtauto in de hand. Rennend om de lange tafel, de grootste lol en maakt met iedereen een praatje. De nieuwe generatie heeft het Vonk-gevoel jong geleerd van de ouderen.

Link gekopieërd!